Lokaal verwerkt: van biomassa naar biomassahubs

Het lokaal inzamelen en verwerken van droge en natte biomassa brengt nog altijd heel wat uitdagingen met zich mee. Die conclusie trok de B2BE Facilitator uit de resultaten van de voorgaande thema's. Het uitbouwen van biomassahubs zou voor de primaire sector en de verwerkende industrie een antwoord kunnen bieden op deze uitdaging.

biomassahub

Waarom een biomassahub opzetten?

Tijdens de eerdere thema’s die de B2BE Facilitator behandelde, werd het ontbreken van lokale inzamel- en verwerkingspunten voor kleine biomassastromen telkens weer naar voor geschoven als knelpunt in de verdere ontwikkeling van de Vlaamse bio-economie. Daarom gaan wij de komende zes maand aan de slag met het thema 'lokaal verwerkt: van biomassa tot biomassahub'. Een nauwe samenwerking met Vlaanderen Circulair versterkt onze acties en kadert ze binnen de actiepunten van de werkagenda bio-economie.

Biomassahubs hebben impact over de sectoren heen

Vanuit de verschillende sectoren klinkt de vraag naar biomassahubs. In de primaire sector beschikken landbouwers vaak maar over kleine volumes biomassa of nevenstromen en die zijn helaas te beperkt om rendabel te kunnen verwerken. Verder heeft de landbouwer meestal niet alle technologische expertise en opslagcapaciteit in huis om de biomassa zelf te stabiliseren of een eerste verwerkingsstap op uit te voeren. Het opzetten van een lokale biomassahub zou dit euvel kunnen wegwerken, want wanneer de verschillende landbouwers uit eenzelfde regio beter samenwerken, kunnen ze wél een voldoende groot volume biomassa verzamelen en kan er geïnvesteerd worden in de juiste stabilisatietechnologie. Daarnaast heeft het opzetten van nieuwe biomassahubs niet alleen een positieve impact op de primaire sector, maar ook op andere sectoren zoals natuurbeheer, logistieke ketens (ophalers, intercommunales ...) en de brede industrie (inclusief voedings-, bouw-, agro- en materialenindustrie).

Ook de Moov studie die de B2BE Facilitator liet uitvoeren door VITO (i.h.k. van thema 1), toont aan dat er potentieel zit in het optimaliseren van landbouwstromen. Specifiek voor de Vlaamse vlassector, werd aangetoond dat het goed positioneren van twee hubs, de transportkost kan verminderen met 10% en een daling van 18% in gereden kilometers kan realiseren.

Wat wil de B2BE Facilitator bereiken?

Op het programma alvast een aantal boeiende workshops. We vetrekken altijd vanuit de corebusiness van de B2BE Facilitator, namelijk: matchmaking.
In een eerste workshop hebben we de ambitie om de verschillende al actieve biomassahubs in Vlaanderen samen rond de tafel te brengen. Zo krijgen we een accuraat beeld van de bestaande situatie. Door hen te connecteren, willen we kennisdeling stimuleren en vermijden dat de actoren langdurig naast elkaar werken. Met de verschillende actoren zullen we het hebben over het type biomassa dat beschikbaar is in Vlaanderen, de volumes, de regio waarbinnen de biomassa verzameld wordt, de technologieën, de eindproducten, de knelpunten, de oplossingen en mogelijke opportuniteiten in de toekomst.

In een tweede workshop, later dit jaar, zoomen we verder in op één sector, namelijk de potgrondindustrie. Vandaag bevat potgrond meestal nog (fossiel) veen en dat maakt dat de sector sterk onder druk staat. Hoe kan een lokale biomassahub bijdragen aan het verduurzamen van deze sector? We luisteren hiervoor graag naar de visie van spelers uit de sector. Gebruiken ze al lokale en duurzame alternatieven voor veen? Wat zijn hun uitdagingen? Hoe kijken ze naar de toekomst en geloven ze dat het opzetten van lokale biomassahubs deel van de oplossing kan zijn?

potgrond

Neem contact op

Herkent u zich in de thema's die hier aan bod komen of zit u met vragen over de bio-economie? Neem dan meteen contact op met de B2BE Facilitator. Wij gaan zorgvuldig om met elke vraag die binnenkomt.

Interessante links